F-G
Fluweelboom (Rhus)
Forsythia (Chinees klokje)
Fothergilla
Fraxinus (es)
Fuchsia (bellenplant)
Gagel (Myrica)
Gamander (Teucrium)
Ganzerik (Potentilla)
Gaultheria (bergthee)
Genista
Glansmispel (Photinia)
Goudenregen (Laburnum)
Fagus (beuk)
Een beuk, of het nu een boom of een haag betreft, verdraagt slechts weinig verandering in zijn omgeving. Zowel een wisseling van waterstand als een plotselinge blootstelling aan meer zonlicht is slecht voor de beuk. Houd hier goed rekening mee als u in de omgeving van de beuk snoeit. Snoei een beukenboom ook heel geleidelijk op: snoei niet meer dan één tak per jaar. Laat bij jonge bomen altijd een paar kleine zijtakjes aan de boom zitten, zodat de zon niet rechtstreeks op de bast kan schijnen.
Fluweelboom (Rhus)
Aan deze struik valt weinig te snoeien. Het is echter wel nodig om jaarlijks de uitlopers te verwijderen, die tot vele meters van de stam uit de grond op kunnen komen. De ontwikkeling van de prachtige rode pluimen heeft niets met snoeien te maken. Dat is zuiver afhankelijk van de soort.
Forsythia (Chinees klokje)
Jaarlijkse snoei is nodig om deze lelijk groeiende heester er enigszins acceptabel uit te laten zien. U kunt het tweejarige hout het beste steeds na de bloei bij de grond wegsnoeien. Als u dit doet, krijgt u een laag blijvende heester met een mooi model en een rijke bloei. Het is bijna onmogelijk om een verwaarloosde heester weer goed in model te krijgen. U kunt een verwaarloosde heester het beste in het voorjaar volledig tot vlak boven de grond afzagen. De struik zal dan een jaar niet bloeien.
Fothergilla
Deze struik behoeft geen snoei. Het is voldoende om eens in de paar jaar een oude tak weg te nemen.
Fraxinus (es)
Jonge essen moeten jaarlijks gesnoeid worden: te lange zijtakken concurreren met de topscheut. Kort zijtakken daarom op tijd in en zorg ervoor dat geen enkele zijtak boven de top uitgroeit.
Fuchsia (bellenplant)
Bloeit op eenjarig en tweejarig hout. Na een strenge winter kunt u een fuchsia tot aan de grond afknippen. Na een zachte winter hoeft u alleen te ver uitstekende takken in te korten. Als er enkele jaren achter elkaar sprake is geweest van zachte winters, moet u de fuchsia’s dunnen. Op zeer beschutte plaatsen kan deze heester goed als haag worden aangeplant: u moet hem dan jaarlijks twee keer knippen.
Gagel (Myrica)
Deze struik behoeft geen snoei. Verwijder eventueel sterk overbuigende takken. U kunt uitlopers verwijderen als de struik te erg gaat woekeren.
Gamander (Teucrium)
Dit lage struikje kunt u in het voorjaar met een heggenschaar trimmen. Als u het struikje niet snoeit, verhout het sterk en wordt het onderin kaal.
Ganzerik (Potentilla)
Bloeit op eenjarig en op meerjarig hout. Plantsoenendiensten knippen deze struiken eens in de twee of drie jaar volledig af. Het is echter mooier om jaarlijks de helft of eenderde van de takken te dunnen. Op die manier blijft er steeds een heestertje staan. Dun gelijkmatig over de struik. Knip met een snoeischaar de takken zo diep mogelijk weg.
Gaultheria (bergthee)
Zowel de hoge als de lage soort vereist weinig snoei. Beperk de snoei tot het verwijderen van lelijk blad en dood hout.
Genista
Deze struik vraagt weinig snoei. Alleen de laatbloeiende verfbrem (Genista tinctoria) kunt u eventueel in het voorjaar terugsnoeien. Deze laatste struik bloeit op eenjarig hout. Oud hout loopt vaak moeilijk opnieuw uit. Het is dan ook niet raadzaam om het hout diep weg te knippen.
Glansmispel (Photinia)
De snoei beperkt zich meestal tot het verwijderen van bevroren takken. Als de oude stammen lelijk worden, is het een goed idee om de plant eens een keer sterk terug te zetten.
Goudenregen (Laburnum)
Als deze plant nog jong is, kunt u eventueel een tak die een andere kruist, verwijderen. Verder kunt u de snoei beperken tot het wegnemen van dood hout.